De 7 ideeën die de eindfase niet haalden
maar het waard zijn om met de wereld te delen
maar het waard zijn om met de wereld te delen
Er zijn te weinig basis- en middelbare schooldirecteuren. Dit is helaas een onderbelicht probleem in de media vergeleken met het lerarentekort. Een traineeship voor ervaren leidinggevenden van buiten kan hierbij het verschil maken.
Minstens één op de twintig basisscholen heeft geen schooldirecteur. Ook komt het aantal schooldirecteuren op middelbare scholen onder druk te staan. Er wordt weinig aandacht aan geschonken, terwijl de schooldirecteur cruciaal is voor het waarborgen van de langetermijnvisie wat betreft onderwijskwaliteit en schoolcultuur. Een leer- en werktraject voor ervaren leidinggevenden vanuit bijvoorbeeld het bedrijfsleven kan hierbij het verschil maken.
“De kwaliteit van schoolleiders is van enorm belang voor de kwaliteit van het onderwijs.”
“Er is in onze organisatie enthousiasme voor deze denkrichting.”
Het leer- en werktraject maakt de overgang soepeler voor leiders vanuit andere sectoren naar het onderwijs. Door goede begeleiding, aandacht voor reflectie en een slim keuzeproces biedt het leer- en werktraject maatwerk en flexibiliteit. Dit leidt tot een relevante match tussen de wensen van de aanstaande schoolleider, minimum schoolleidercompetenties en wat er gevraagd wordt van de school.
Het idee van dit leer- en werktraject is een blueprint. Ideaal gezien wordt het idee van een leer- en werktraject landelijk ondersteund en regionaal uitgevoerd. Omdat het schoolleidertekort parallellen heeft met het lerarentekort, kan het perfect aansluiten bij de regionale samenwerkingsverbanden voor het lerarentekort.
Naast het dichten van het schoolleiderstekort, biedt het opleiden van leiders van buiten (het onderwijs) een meerwaarde voor het onderwijsveld, omdat zij simpelweg andere kennis met zich meebrengen. Deze groep schoolleiders benadert bestaande problemen vanuit een ander perspectief waardoor er innovatief naar oplossingen gezocht wordt.
Tot slot draagt dit leer- en werktraject bij aan de opbouw van een structurelere oplossing. Door alumni van een dergelijk traject betrokken te laten blijven bij het opleiden en ondersteunen van de volgende generatie(s) aan schooldirecteuren, ontstaat er een landelijk en duurzaam netwerk van ambitieuze schooldirecteuren. Dit komt onder andere door het normaliseren van intervisies tussen scholen. Door de kwaliteit van het beroep te verhogen en de werksfeer op school te verbeteren, wordt de aantrekkingskracht om in het onderwijs te werken vergroot.
Een aantal organisaties zoals het AVS, Schoolleiderregister en het PO register vindt dit een goed idee. De volgende stap is het op touw zetten van een pilot en een financieringsmodel.
Wij zijn op zoek naar maatschappelijke partners die enthousiast zijn over dit idee. Wij horen het graag als u wilt meedenken, financiële middelen wilt inzetten en/of op een andere manier wilt bijdragen.
Verder is er kennis nodig over hoeveel schoolleiders er regionaal nodig zijn en waar de mogelijke groeivijvers te vinden zijn.
“Het traineeship kan veel barrières weghalen voor leiders van buiten door een slim wervings-, selectie- en matchingsproces.”
Zomervakantie! Niet voor iedereen de beste tijd van het jaar. Basisschoolleerlingen uit een taalarme en vaak lage sociaal-economische omgeving lopen tijdens de zomervakantie een taalachterstand op ten opzichte van kinderen uit een hoger sociaal-economisch milieu. Deze kloof in taalachterstanden neemt bij elke overgang naar de volgende basisschoolklas toe.
"Kinderen bij ons taalkamp in België gaan na een 1-weekse intensief spelend taalkamp van niveau A2 naar B1"
TiTa-Taalkamp biedt basisschoolkinderen uit een taalarme en lager sociaal-economisch milieu een zomerkamp. Naast dat het kinderen een gevoel geeft een week op vakantie te zijn geweest, voorziet het ook in het verbeteren van taalvaardigheden. Spelenderwijs zullen kinderen intensief begeleid worden met taal. In de ochtend in kleine groepjes les en in de middag en avond spelactiviteiten rondom taal. Ons doel? Zorgen dat kinderen geen leerachterstand oplopen door hen op een hoger taalniveau te brengen dan waar ze voor de zomervakantie waren. Goed nieuws: op vergelijkbare taalkampen in België werkt dit. Nu nog in Nederland.
TiTa-Taalkamp levert een bijdrage aan het dichten van de taalkloof in de zomervakantie, tussen basisschoolkinderen uit een lager en hoger sociaal-economisch milieu. Het taalkamp geeft de intensieve aandacht die een kind nodig heeft in de zomervakantie om geen taalachterstand op te lopen.
Vervolgstappen:
1. Contacteren van bestaande zomerkamp-organisaties om bestaande infrastructuur te gebruiken.
2. Contacteren van pedagogische en taal-instituten die kunnen meedenken over de taalinvulling op het zomerkamp.
3. Bestaande taalkampen in België benaderen en kijken hoe zij het doen.
4. Grote gemeenten benaderen voor subsidie.
Een organisatie die dit idee met veel enthousiasme wil adopteren.
Als dit taalkamp er komt dan mag je mijn naam alvast noteren als vrijwilliger tijdens TiTa!
Op kamp zijn was altijd zo fijn en veilig. Ik kon mezelf zijn en leren van de mensen om me heen.
Manon Peek is afgestudeerd in ontwikkelingsstudies. Als kampeerliefhebber, hobby avonturier en oud camping animatrice hoopt ze dat TiTa taalkamp als idee van de wereld geadopteerd wordt door iemand anders. En als het er komt is ze de eerste die zich inschrijft om als vrijwilliger aan de slag te gaan! Jim is een bevlogen arts die het liefst kansen creëert voor anderen. Hij zal in de nabije toekomst starten met een PhD over familie-participatie in de zorg, gefocust op landen waar een tekort aan zorgpersoneel is. Als oud deelnemer en begeleider van zomerkampen weet hij als geen ander hoe fijn het is om in de zomer op kamp te zijn. Rond een kampvuur praat Jort het liefste over geschiedenis en politiek. Tijdens de kampdag zelf beklimt hij het liefst bergtoppen of zit hij in de roeiboot. Goed gezelschap vindt hij het belangrijkst op kamp. Hij hoopt dan ook dat TiTa-Taalkamp een fantastische plek wordt waar leerlingen spelenderwijs aan taal kunnen werken en met meer zelfvertrouwen aan het volgende schooljaar beginnen.
Op veel scholen is er nog te weinig aandacht voor de vraag: ‘Hoe maken we de school elke dag een beetje beter?’ Met andere woorden: er mist een verbetercultuur.
"Dit idee neemt kinderen en hun bijdrage aan de schoolcultuur serieus. Dat is niet alleen erg belangrijk voor hun eigen ontwikkeling, maar hier ligt ook veel onbenut potentieel voor scholen die blijvend willen verbeteren."
De Kinderinspectie is een programma voor basisscholen waarin de leerlingen zelf aan de slag gaan met het verbeteren van hun school. Het doel is niet om de kwaliteit van de school te bepalen, maar om een impuls te geven aan ‘een cultuur van gezamenlijke verbetering’. De leerlingen gaan samen met de leraren op zoek naar de sterke kanten van de school, en naar dingen die misschien beter kunnen.
Tijdens het programma is er elke maandagmorgen een weekstart met de hele school. Elke week heeft een ander doel, zoals bepalen wat we met elkaar belangrijk vinden op school, waar we goed in zijn of wat er nog beter kan. Gedurende de week wordt in bepaalde lessen aandacht besteed aan het doel van die week. De docent kan werkvormen inzetten tijdens lessen, zoals ‘schilder je ideale schoolplein’ tijdens de tekenles, of een brainstormspel met een bal tijdens gym. Zo helpen we kinderen en docenten om op een creatieve manier na te denken over hoe ze hun school kunnen verbeteren.
Op scholen waar De Kinderinspectie actief is, wordt er vaker nagedacht over hoe de school een beetje beter gemaakt kan worden. Als leerlingen actief worden betrokken bij dit proces gaan zij zich medeverantwoordelijk voelen. Docenten en leerlingen werken zo op een constructieve manier samen om te bouwen aan een sterkere school.
Het ontwikkelen van werkvormen waarmee leraren hun leerlingen op creatieve manieren betrekken tijdens reguliere lessen.
Het aantrekken van basisscholen waarop een pilot programma gedraaid wordt.
Het onderzoeken van nieuwe vormen van leerlingenparticipatie.
Om scholen zo veel mogelijk te ontlasten, willen we De Kinderinspectie goed laten aansluiten op het bestaande lesprogramma. We zoeken onderwijskundigen om de werkvormen te helpen ontwikkelen.
‘Een sterkere school maken, dat kan alleen als iedereen meedoet. Waar kan je dan beter beginnen dan bij de leerlingen?’
“Het leek me als kind geweldig om mee te kunnen bouwen aan onze school. De Kinderinspectie maakt dit mogelijk”
Jaric is masterstudent Applied Physics aan de Universiteit Twente, waar hij zich naast zijn studie hard maakte voor jonge ondernemers in de regio en studenten met een startup. Naast deelname aan de Nationale DenkTank uit hij zijn maatschappelijke betrokkenheid door zijn activiteiten bij politieke jongerenorganisaties zoals de JOVD en LYMEC. Tom is een duurzaamheidsenthousiasteling die druk op zoek is naar zijn plek in de wereld. Hij heeft een master global business and sustainability.
In het voorgezet onderwijs valt 1 op de 4 startende leraren in de eerste 3 jaar uit. Onderzoek van de Nationale DenkTank toont aan dat de grootste redenen voor die uitval zijn: hoge werkdruk en suboptimale begeleiding. Er wordt al jaren ingezet op een betere begeleiding van startende leraren en hen te helpen om te gaan met werkdruk, bijvoorbeeld via het landelijke initiatief Begeleiding startende leraren.
Deze oplossing sluit perfect aan bij de ambitie om startende leraren beter te begeleiden. Bij Co-teaching staat een startende leraar altijd samen met een ervaren begeleider voor de klas. In ieder geval tijdens diens gehele lerarenopleiding; idealiter ook in de inductiefase tijdens het eerste jaar na het afronden van de lerarenopleiding. Co-teaching is nuttig voor zowel basis- als voortgezet onderwijs. Co-teaching is goed voor elke startende leraar: die staat er nooit alleen voor, kan altijd vragen stellen en feedback krijgen van de begeleider. Het is ook goed voor de begeleider: die kan met de startende leraar de werkdruk delen. Zelfs de leerling profiteert: het is voor twee docenten makkelijker om te differentiëren en om te gaan met ondersteuningsbehoeftige leerlingen.
Het kan voor een school lastig zijn om dit te organiseren. Hoe houd je het betaalbaar? Hoe krijg je je formatie vol als je een startende leraar geen eigen klas mag geven? Succesvoorbeelden in binnen- en buitenland later echter zien dat het kan en werkt! Bovendien profiteert de school altijd op de lange termijn: de uitval van leraren daalt en de school wordt aantrekkelijker voor starters.
Het wordt tijd dat we de vicieuze cirkel van het lerarentekort doorbreken en serieus investeren in het behoud van leraren!
Scholen, schoolopleiders, lerarenopleiders en begeleiders met lef. Co-teaching vereist een investering van een school, maar garandeert een enorme winst op de lange termijn voor school, leraar én onderwijs.
Mede-DenkTankers stellen Joran voor: in een ander leven was Joran docent geweest. Zijn didactische vaardigheden, psychologisch inzicht en passie voor toneel kwamen tot hun recht in zijn tijd als examentrainer. Nu zorgen ze ervoor dat hij veel mensen weet te inspireren. Joran kijkt voor zijn baan naar duurzaamheidsconsultancy, projectmanagement en ook het onderwijs trekt. Zijn toekomst zal deels in Nederland en deels in Noorwegen liggen.
Een leraar komt om in de taken. Veel van deze taken hebben maar weinig te maken met de kern van het docentschap. Voorbeelden hiervan zijn de organisatie van het sinterklaasfeest, administratief werk en – op de basisschool – de ‘overblijf’ regelen. Hierdoor houdt de leraar te weinig tijd over voor lesvoorbereiding of persoonlijke aandacht voor leerlingen.
"Scholen zouden enorm geholpen zijn bij tweerichtingsverkeer tussen ouder en school!"
"Gaaf idee, gaan we verder onderzoeken!"
Mensen die dichtbij de leerlingen van de school staan, kunnen veel van deze taken overnemen. Ouderbetrokkenheid is vanuit scholen nu nog vaak eenrichtingsverkeer: de school vraagt, vaak via de mail, om vrijwilligers. Vervolgens melden ouders zich. Dat kan makkelijker en laagdrempeliger.
Handjes in de Lucht is een schoolplatform waarop ouders aangeven waarmee ze kunnen helpen. Hulp kan aangeboden worden in 3 categorieën: klastaken, schooltaken (beide aangeleverd door de school) of vrij aanbod vanuit de ouders. Zo kunnen ouders hun ‘handje in de lucht steken’ en is het voor leraren makkelijker taken uit handen te geven.
Dit idee is met veel enthousiasme ontvangen door Parro, het meest door scholen gebruikte oudercommunicatiemiddel. Parro gaat dit verder onderzoeken en wellicht opnemen in hun volgende platformverbetering.
Handjes in de Lucht zou een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de werkdruk en het vergroten van het werkplezier op scholen. Daarnaast zijn leraren, ouders en kinderen gebaat bij een sterkere verbinding tussen scholen en ouders.
Dit idee wordt verder opgepakt door de ontwikkelaars van Parnassus, het moederbedrijf van ouder communicatiemiddel Parro. Zij gaan verder onderzoeken of hier inderdaad vraag naar is.
Organisaties die de handschoen op willen pakken en hier verder mee aan de slag willen en kunnen!
“Ik zou graag als vrijwilliger helpen op een school in de buurt! Handjes in de Lucht zou me die mogelijkheid geven.”
“Lijkt mij hartstikke leuk als ik mijn hand in de lucht kan steken en op die manier scholen in mijn omgeving zou kunnen helpen!”
Melle is afgestudeerd psychologe aan de Universiteit Utrecht en heeft hier voor de DenkTank ook lesgegeven als psychologie docent. Nu is ze op zoek naar een baan waar ze haar creativiteit, didactische vaardigheden en psychologisch inzicht kwijt kan. Benader me vooral als je wil praten over de DenkTank of als je een interessante baan voor me weet! Jasper is deze zomer afgestudeerd aan de TU Delft en vertrekt begin 2022 naar Sydney. Benader mij vooral als je een baan voor mij hebt in Sydney of als je verder wilt praten over mijn inzet tijdens De Nationale DenkTank.
Hoewel leraren een essentieel beroep vervullen, is het verre van een gevierd beroep. De maatschappelijke waardering voor leraren ligt veel te laag. Daarnaast hebben we gemerkt dat leraren zelden een regionaal netwerk vormen. Hierdoor hebben ze minder verbinding met collega’s in de omgeving en kunnen organisaties, zoals de gemeente, ze moeilijk bereiken.
‘We gaan graag met jullie een samenwerking aan! We raden jullie in elk geval ten zeerste aan om onze infrastructuur te gebruiken.’ - Directeur CJP
De OnderwijsPas is bestemd voor alle leraren en onderwijsondersteunend personeel in het primair en voortgezet onderwijs. Ten eerste biedt de pas hen korting op beroepsgerelateerde gebieden, zoals trainingen, toegangskaartjes voor musea, culturele instellingen en boeken. Zo worden docenten gemotiveerd en geïnspireerd om zich door te ontwikkelen op cultureel en maatschappelijk gebied. Op nationaal niveau kunnen bedrijven en organisaties zich aansluiten bij de pas door korting aan te bieden en zo te laten zien dat zij de leraar waarderen. Ten tweede is de pas een middel om een nationaal en regionaal docentennetwerk te creëren. Gemeenten kunnen andere regionale voordelen bieden en een netwerk creëren van docenten, zoals een vereniging, een regionaal docenten-magazine of door begeleiding van startende leraren.
“Toen ik lesgaf, had ik graag een onderwijspas gehad!”
‘De OnderwijsPas maakt de leraar weer een gewaardeerd beroep waar veel voordelen aan hangen.’
Als een van de weinige deelnemers heeft Melle ook zelf voor de klas gestaan. Nadat ze psychologie heeft afgerond heeft ze als psychologie docent aan de VU en de UU gewerkt. Hier kwamen haar passie voor onderwijs, zorg voor anderen en organisatietalent goed tot hun recht. Als creatieveling zat de officieuze rol van DenkTank tekenaar haar als gegoten. Melle kijkt naar een baan in de consultancy, trainer/coaching en ook het onderwijs trekt. Tarik heeft de master econometrie afgerond aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met zijn kritische blik en inzicht streeft hij naar emancipatie en haalt hij veel voldoening uit de bijdrage die hij probeert te leveren aan de maatschappij. Zijn aandacht gaat vooral uit naar jongeren met problemen.
Een student-assistent voor een basisschooldirecteur.
Surveilleren op het schoolplein, de loodgieter bellen of de telefoon aannemen. Dat zijn taken waar een schoolleider zich niet mee bezig zou moeten houden. Helaas zijn veel schoolleiders een groot deel van hun tijd kwijt aan dit soort klusjes. Niet alleen maakt dit het beroep van schoolleider minder aantrekkelijk, maar het verhoogt ook de werkdruk. En dit terwijl er al een tekort is aan schoolleiders.
Wij denken dat dit anders kan; we introduceren daarom de oplossing ‘Schoolstrijder’. Een Schoolstrijder is een mbo, hbo of wo-student die graag een centje bijverdient en het leuk vindt om ervaring op te doen binnen het onderwijs. Via een (sollicitatie)website kan een student zich aanmelden om te werken als schoolleider-assistent. Na een screening en training wordt de student gekoppeld aan een schoolleider in de buurt. Voor ongeveer 15 euro per uur zal de student de schoolleider ondersteunen met taken als: roostering, surveilleren, declaraties, personeelsoverzichten en andere (on)verwachte taken waar een schoolleider mee te maken krijgt tijdens een werkdag.
De student doet nieuwe ervaring op in een uitdagende omgeving en een schoolleider kan zich eindelijk focussen op de belangrijke taken. Daarnaast heeft deze oplossing potentie om bij te dragen aan het oplossen van het schoolleidertekort door de verlichting van taken.
De volgende stap is om een organisatie te vinden die dit idee met veel enthousiasme verder wil ontwikkelen. Het liefst een organisatie die al samenwerkt met studenten binnen het onderwijs.
Een organisatie die dit idee met veel enthousiasme wil adopteren.
‘Ik zou willen dat ik zo’n uitdagende bijbaan had gehad als student.’
Aan dit idee is gewerkt door Manon Peek. Ze is afgestudeerd in ontwikkelingsstudies en heeft zelf tijdens haar studie verschillende bijbanen gehad, zo werkte ze als ijsschepper, winkelmedewerker en receptioniste.